Natuurwandeling

Verslag van een natuurwandeling op zaterdagochtend 16 juli 2016

Sprinkhaan

Met: Harry Westerhuis als IVN gids en Luit Staghouwer, natuurfotograaf liepen wij, een groepje van vijf tuinders door onze tuinen. Langzaam rondkijkend en vaak stil staand als er iets te “spotten” viel. Er gaat een wondere wereld voor je open als je door zo’n vlinderkijker de beestjes en vormen ziet waar je normaal aan voorbij gaat omdat ze te klein zijn. Of een schutkleur hebben zoals het boomblauwtje; een wit vlindertje met blauwe streep op het komkommerkruid.

Al luisterend naar de uitleg van Harry begrijp je hoe elk diertje zijn functie in een kringloop heeft; het houdt elkaar in stand. Hoe geraffineerd dat er aan toe kan gaan blijkt bijvoorbeeld bij de luizen. We zagen een lieveheersbeestje en Harry vertelde: luizen zuigen met hun snuit sappen uit de stengel van een plant waarbij ze een overschot aan suiker binnen krijgen die ze uitpoepen. Mieren nemen dit op voor de larven in hun nest. Mieren gaan daar zo ver in dat ze de luizen beschermen tegen predatoren zoals de larven van lieveheersbeestjes. Het is alsof ze koeien houden als een boer. Ze stimuleren verder de luizen door op hun achterlijf te trommelen om op die manier de suiker vrij te krijgen. Je kunt soms zien dat mieren die naar een kolonie luizen gaan een slanke buik hebben, terwijl deze opgezwollen is als ze weer naar hun nest terug gaan.

Guichelheil

Ook naar planten werd gekeken; zo heeft iemand het weinig voorkomende Guichelheil op haar tuin ontdekt (zie het oranje bloemetje). Ook zie je de inventieve natuur: de zaden van de lis kunnen ver over water vervoerd worden omdat er een stukje kurk in de bast zit. Mooie geometrische vormen zie je in sommige bloemkelken, in de stokroos een vijf-ster. Het was bewolkt, en met zon zie je nog meer activiteit bij de insecten.

Voor wie zelf vlinderkijker een wil aanschaffen: de prijs is ruim 100 euro voor een goed merk. Pentax Papilio 6.5x 21, en 8.5x 21. Bij Sipkes, Poelestraat.

De tuin van meneer Toh

Een kijkje in de tuin van meneer Toh, begin mei 2012 door: Ernestien Beers

Het is leuk om te zien hoe de tuin, een perceel, over de lengte verdeeld is in vakken met allerlei rijtjes fris groen blad. Toh vertelt: Ik heb veel zaden uit Maleisië waar ik vandaan kom. Nu woon ik al weer 40 jaar hier, maar op vakantie ga ik naar mijn familie daar. Mijn vader was boer en mijn broer is dat nu nog. We staan achterin zijn tuin en hij wijst naar een van de groene bedjes: Dit is een soort sla; heel makkelijk, zo te eten. We noemen het mac tjoy. Het werd vroeger door de varkens gegeten in Maleisië toen wilden de rijke mensen het niet. Nu eten ze het wel; ook gewoon rauw.

En wat is dit; ik zie zacht harige blaadjes met kartelrand. “Dat is tjoy sam, ook lekker om te smoren. En hier koriander; dat gaat bovenop de kip in de oven en op vis die wij stomen, en ook in de soep”. Ik merk dat dhr. Toh ook veel Nederlandse planten bij naam kent en als ik hem wat van mijn maggieplant aanbiedt blijkt hij die al te hebben. Zo heeft hij ook een stukje spinazie. En daarnaast wijst hij: “Radijs, nee, eh. rettich? “Die witte, iets grotere” vul ik aan. Ja ik zeg het goed. “Dat doen wij in kleine stukjes door de groente; wij mengen alles. Is gezond; je krijgt dan meer variatie. Zo doen wij ook aubergines en courgettes door elkaar”. Hij plukt wat langwerpige blaadjes die hij bieslook noemt, en laat mij proeven. Het heeft een zachte bieslooksmaak, wel lekker. Hij vervolgt: “In Nederland komt er veel water af bij het roerbakken van groentes; in Azië niet”.

Ik herken een rijtje peultjes mooi in ‘t blad maar zo te zien wachten ze met klimmen nog op warmer weer. “Ik heb alles al in maart gezaaid, dat is wel vroeg; het is nog te koud”. Hij laat me een zakje kang kong zien; dat heeft iets van prei met bloemetjes. En dan wijst hij op een rijtje tongho, dit lijkt op chrysantenblad maar dan is dit wel eetbaar.”En heb je ook bonen, of komen die nog” vraag ik. “Ja, ik heb hier net een paar ingezet”. Wijzend naar een lange, iele klimboon: Die heb ik thuis voorgekweekt. Maar in een kas kan meer; bijvoorbeeld kouseband. Mijn vrouw zegt: het is hier net een hele tuin in de woonkamer”. Hij legt uit dat, na het zware werk wat hij overdag doet: maaltijden bereiden in de keuken van een tehuis; hij geen zin meer heeft om de trappen op te lopen thuis. Het huis heeft twee verdiepingen en omdat ze beide rond de zestig zijn nu, is hij een etagewoning in Paddepoel aan het regelen. “En als ik met pensioen ben heb ik meer tijd voor de tuin. Want het kost tijd; het is net als met kinderen…” Ik zie dat hij zich al verheugt op die tijd en bedank dhr. Toh voor zijn uitleg.

Bij de boerderij “de Wiershoeck” in Beijum liggen ook zakjes zaad te koop van de “vergeten groenten”. Ik vind er ook een oosterse, snelgroeiende bladgroente bij die ik ga uitproberen: mooi roodgroen pittig blad, voor salades of geroerbakt. Amsoi “red giant”. Eens vragen of dhr. Toh die kent.

En thuis vind ik in het kookboek van Vreni de Jong recepten met rettich: “de grotere broer van radijs en meer een zomer- en herfstgroente”.

Komkommersalade vermengd met rettich; beide geraspt en in de rettich eerst wat zout laten trekken, dan vinaigrette toevoegen. Voor het opdienen er wat geknipte bieslook, dille en dragon overheen doen. In de zomer kan de komkommer ook vervangen worden door jonge courgette.

Een zoete salade met rettich maak je door de rettich niet te raspen maar in schijven te snijden en met een honingsausje te vermengen: honing in sinaasappelsap en wat olie en zout. Niet scherp en ook geschikt voor kinderen. Nog veel meer recepten en beschrijvingen van de “vergeten groenten” vindt u in dit kookboek: Gezond lekker eten; kookboek voor volwaardige voeding, door Vreni de Jong en Irmela Kelling, uitgeverij Christofoor